Vogelpotten

Al sinds de middeleeuwen maken pottenbakkers in heel Europa vogelnestpotten. In de meeste gevallen ging het om spreeuwen-  en mussenpotten. Ze werden voor meerdere doeleinden gebruikt. Zo werden ze gebruikt om de vetgemeste jonge vogels er juist voor het uitvliegen ter consumptie uit te halen. Aan kerk- en kasteelmuren werden vaak grote aantallen spreeuwen-  en mussenpotten opgehangen om te voorkomen dat de vogels binnen gingen nestelen. Het gekwetter en de uitwerpselen konden flink wat overlast geven. Aan graanmolens en graanschuren werden vogelpotten opgehangen om de eieren te kunnen rapen, teneinde schade aan de graanvoorraad tegen te gaan.

Vandaag de dag biedt de vogelpot vooral nestgelegenheid aan vogels, die door de moderne huizenbouw steeds minder natuurlijke nestplekken vinden.

De oervorm van de Nederlandse vogelpot is een bolle kruik met een smalle hals, die aan één kant afgeplat is en daarmee op z’n kant aan de muur hangt. De doorsnede van de invliegopening bepaalt welke vogel er gebruik van gaat maken, tussen de 26 en 32 mm voor de verschillende mezensoorten, 40 mm voor mussen en 45 mm voor spreeuwen.

Al meer dan 25 jaar maak ik met veel plezier vogelpotten. Natuurlijk maak ik de klassieke spreeuwen- en mussenpotten. Daarnaast heb ik een paar nieuwe modellen voor mezen ontwikkeld, die, naar reacties van klanten te oordelen, met veel enthousiasme door de internationale mezengemeenschap zijn begroet en in gebruik genomen.

Natuurlijk zijn de potten vorstbestendig en kunnen ze het hele jaar buiten hangen.

Hang uw vogelpot bij voorkeur met de opening naar het oosten of zuid oosten. Hierdoor hebben de vogels het minste last van de overwegend westenwind in het broedseizoen. Ook zullen ze minder last van inregenen hebben.

Mezen nestelen tussen de 2 en 3 m hoogte. Ze hebben graag uitzicht op een boom of grote struik.

Spreeuwen en mussen nestelen graag hoog (4 – 6 m) en in groepen. Hang daarom meerdere spreeuwen- en/of mussenpotten bv. onder de dakrand.